Met dank aan drs. F.A.M. van Gennip, huisarts
Met dank aan drs. F.A.M. van Gennip, huisarts
Het herkennen van urgente problematiek bij een patiënt met een verhoogde bloedingsneiging kan van levensbelang zijn. Deze levensbedreigende situaties, waarbij direct moet worden ingegrepen, zijn lastig te herkennen door de soms vage klachten en door een mogelijk gebrek aan ervaring bij de huisarts. De Landelijke Eerstelijns Afspraak (LESA) laboratoriumdiagnostiek ‘Verhoogde bloedingsneiging’ kan hierbij als leidraad dienen.1
Het proces van hemostase na een beschadiging van een bloedvat bestaat uit een aantal stadia; vasoconstrictie, primaire hemostase en secundaire hemostase. In een latere fase zal tijdens de fibrinolyse het gecreëerde stolsel weer worden afgebroken.2 Een verhoogde bloedingsneiging kan ontstaan wanneer er in één of meerdere stadia van de hemostase iets mis gaat. In deze FTO-Online videospecial worden oorzaken, diagnostiek en behandeling van een verhoogde bloedingsneiging besproken aan de hand van casuïstiek.
Bij de primaire hemostase spelen de trombocyten een belangrijke rol. Zowel een tekort aan trombocyten (trombocytopenie) als een functiestoornis (trombocytopathie) kan leiden tot een verminderde bloedstolling, mogelijk resulterend in spontane bloedingen. Problemen kunnen ook optreden bij hematologische ziekten, met name myelodysplastisch syndroom (MDS; combinatie van trombocytopenie en -pathie). Men moet bij verdenking op een verhoogde bloedingsneiging de klacht goed uitvragen. Er kan bij de anamnese gebruik worden gemaakt van de bloedingsscore (ISTH-BAT score).1
Figuur 1 ISTH-BAT.
Bij elk onderwerp scoren van 0-4 voor de symptomen (tot het moment van diagnose). Een score >3 is een afwijkende score.
Bron: Aangepast naar Tosetto, 20113
Trombocyten kunnen ook worden afgebroken ten gevolge van auto-immuunziekten (immuun trombocytopenie; ITP) wat kan zorgen voor bloedingen, zowel acuut als chronisch.4 De eerste casusbespreking sluit hier bij aan. De bevindingen bij de patiënt, inclusief het bloedbeeld, worden besproken. Duidelijk wordt wanneer er direct moet worden ingegrepen.
Van belang is dat bij fragmentocyten in het bloedbeeld het kan gaan om acute trombotische trombocytopenische purpura (TTP). Zonder behandeling (tabel 1) loopt deze aandoening dodelijk af.4 Bij hemolytische anemie en trombopenie is sprake van bloedspoed.4,5
Tabel 1.Trombotische Trombocytopenische purpura: behandeling
Overweging(en) | Behandeldoel | Behandeling* | Effect |
Zuiveren bloed (niet bij andere ziekte, TMA-medicatie, STEC-HUS, pre-eclampsie, maligne hypertensie) | Eerste hulp (preventie verdere orgaanschade) | Plasmaferese** | · Infusie nieuw ADAMTS 13 · Verwijderen ADAMTS 13 antistoffen |
Corticosteroïden (bij twijfel diagnose TTP en/of infecties kan dit worden uitgesteld) | Immuunmodulatie | Prednisolon | · Remmen productie ADAMTS 13 antistoffen |
Anti-VWF (niet bij levensbedreigende bloedingen) | Immuunmodulatie | Prednisolon | · Stoppen VWF-trombocyt interactie |
*In de TMA-richtlijn wordt hier dieper op in gegaan7
**Indien niet mogelijk: plasma toedienen7
Bron: Moake, 20025; Veyradier, 20166; NVvH/NFN Richtlijn voor behandeling van patiënten met trombotische microangiopathie, 20217
In dit onderdeel starten drs. Onderwater en dr. Westerweel met de bespreking van een patiënt met klachten na bezoek aan de tandarts. De anamnese, het bloedonderzoek en behandeling van deze patiënt worden in detail besproken. Er wordt dieper ingegaan op de stollingscascade en verlengde stollingstijden.8
De meest voorkomende erfelijke bloedingsziekte is de ziekte van Von Willebrand; bij ingrepen/bloedingen dient bij deze patiënten het hematologisch behandelplan erbij gehaald te worden.9 Een aandoening die bij de patiënt zelf bekend zal zijn is hemofilie en behandeling dient plaatst te vinden in een hemofilie behandelcentrum. In zeldzame gevallen kunnen er antistoffen worden gevormd tegen stollingsfactoren (paraneoplastisch syndroom) en kan hemofilie later in het leven ontstaan. Hier is dan sprake van bloedspoed.
Het is van belang om spoedeisende situaties te herkennen; dit kan levens redden. Dr. Westerweel gaat dieper in op een aantal spoedeisende situaties. Daarbij wordt een patiënt besproken die recent gevaccineerd is.
Er bestaat een leidraad voor patiënten met trombocytopenie met of zonder trombose na vaccinatie (figuur 2). Bij zowel Vaccine Induced Prothrombotic Immune Thrombocytopenia (VIPIT), Vaccine Induced Immune Thrombotic Thrombocytopenia (VITT) en trombocytopenie (ITP) na (COVID-19) vaccinatie is sprake is van bloedspoed.
Figuur 2 Leidraad ‘Diagnostiek en behandeling van patiënten met trombocytopenie met of zonder trombose na COVID-19 vaccinatie’.
Bron: Kruip, 202110
Ook een patiënt met een onderliggende aandoening komt aan bod; de arts is geacht alert te zijn op gebruikte medicatie (interacties) en de kliniek van de patiënt. Het is belangrijk om de situaties te herkennen waarbij er sprake is van bloedspoed.
Voorbeelden waarbij spoedverwijzing naar tweede lijn noodzakelijk is:
In de onderstaande video wordt door drs. Onderwater een samenvatting gegeven van de besproken diagnostische mogelijkheden en afgesloten met de conclusie.
In deze videospecial zijn een aantal patiënten met een verhoogde bloedingsneiging aan bod gekomen. De bijbehorende reden(en) om te kiezen voor verdere diagnostiek en/of doorverwijzing verschillen per patiënt. Het herkennen van patiënten met een verhoogde bloedingsneiging kan levensreddend zijn.
Voor het herkennen van (acute) stollingsstoornissen zijn anamnese (en lichamelijk onderzoek) van groot belang. Bij een patiënt die regelmatig op één plaats bloedt is er meestal geen sprake van een stollingsstoornis maar een lokaal probleem. Bloedverlies op meerdere plaatsen kan wel wijzen op een stoornis in de bloedstolling. Als vuistregels kunnen worden aangehouden:
Het is van belang om bij een patiënt pas bij verdenking van een verhoogde bloedingsneiging labonderzoek uit te voeren. Problemen in de primaire hemostase leiden tot nabloeden en stollingsproblemen:
Problemen in de secundaire hemostase leiden ook tot stollingsproblemen, maar nu specifiek tot voor langere tijd nabloeden:
Doorverwijzen is pas nodig bij het vinden van afwijkingen – in de trombocyten, VWF en bloedgroep of in de stollingstijden – of hoge anamnestische verdenking van een stollingsstoornis.