Tabel 1 Diagnostische criteria voor constitutioneel eczeem
Aanvullend onderzoek is bij constitutioneel eczeem zelden nodig. Bepaling van IgE heeft geen therapeutische consequenties voor het eczeem en wordt om die reden niet geadviseerd. Bij twijfel over de klinische diagnose kan aanvullend onderzoek echter wel zinvol zijn, zoals bij een vermoeden van scabiës, een dermatomycose of een contactallergie. Aanvullende diagnostiek kan in dit geval bestaan uit een huidbiopt, een KOH-preparaat, epicutaan allergologisch onderzoek (tweede lijn), of laboratoriumonderzoek.
Tabel 2 Differentiaal diagnostisch zijn de volgende aandoeningen van belang
Hierboven is een normale huid te zien. De huidcellen liggen strak tegen elkaar aan waardoor ze goed vocht vasthouden en weinig stoffen van buiten naar binnen doorlaten. De huid is goed afgesloten.
Hierboven is een droge huid te zien. Er is meer ruimte tussen de huidcellen waardoor vocht/water makkelijker uit de huid verdwijnt en stoffen van buiten makkelijker de huid kunnen binnendringen. Door lang te douchen of badderen (vaak handen wassen), heet douchen en veel zeep te gebruiken, wordt de toch al spaarzame vetlaag van de huid verwijderd. De huid wordt zo nog droger en hierdoor ontstaat meer jeuk.
Zoek samen met de patiënt naar een indifferent middel dat hem of haar het beste bevalt. Bedenk wel dat crèmes op waterbasis zijn en dus weinig vet achterlaten op de huid. Een crème plakt weliswaar minder, maar dat heeft ook een keerzijde. Zo dient een crème meerdere keren per dag gesmeerd te worden om de huid goed gehydrateerd te houden. Patiënten kunnen dit als hinderlijk ervaren, zodoende kan het een optie zijn om te starten met de vettere vaselineparaffine zalf in gelijke delen of koelzalf. Wanneer de patiënt merkt dat eenmaal daags smeren voldoende is om schilfering en jeuk te voorkomen, maakt dit het gebruik makkelijker en verhoogt het de therapietrouw.13 Indien patiënten deze optie nog steeds te vet vinden, kan worden uitgeweken naar crèmes of vetcrèmes. Wanneer een patiënt eenmaal tevreden is over het indifferente middel, schrijf dan meerdere tubes van 100 gram voor (PM herhaalrecept). Artsen zijn over het algemeen geneigd om de therapietrouw van hun patiënten te overschatten.14 Goede uitleg kost tijd, maar dit zal de therapietrouw enorm bevorderen.11 Herhaling van de boodschap is hierbij ook belangrijk.
Tabel 3 Indifferente middelen in oplopende vethoudendheid
Tabel 4 Klasse-indeling dermatocorticosteroïden
Tabel 5 Lokaal behandelschema bij eczeem
Tabel 6 Aantal vingertopeenheden per leeftijd per lichaamsdeel
Tabel 7 Maximaal gebruik van dermatocorticosteroïden in de onderhoudsfase voor kinderen en volwassenen (hoeveelheid in grammen per week, inclusief vehiculum)
Tabel 8 Afbouwschema voor het stoppen met dermatocorticosteroïden op basis van eenmaal daags smeren
De ouders van baby Annabel komen met hun dochter op uw spreekuur. Annabel is 5 maanden oud en doorverwezen door het consultatiebureau. Al vrij snel na de geboorte kreeg Annabel last van een rode schilferende huid en jeuk. Met name na het badje is de huid nog roder en als ze blootligt begint ze direct overal te krabben. Haar ouders willen in ieder geval geen hormoonzalf en vragen wat ze nu het beste kunnen doen. Voor de duidelijkheid laten ze u op hun telefoon nog een foto zien van Annabel na haar badje, zie figuur 6. In het badje gebruiken ze een babyolie, wat de ouders ook weer eng vinden want Annabel wordt er spekglad van waardoor haar ouders bang zijn om haar te laten vallen. Ze proberen haar dagelijks in te smeren met een babyzalf en cetomacrogolcrème die ze eerder een keer van u kregen. Deze cetomacrogolcrème vinden ze niet zo prettig in het gebruik, hij smeert wat stug.
1. Wat wilt u verder nog weten?
De ouders blijken een dermatocorticofobie te hebben ontwikkeld door verhalen van het internet en van bekenden en door een gebrekkige uitleg van diverse hulpverleners. Annabel gaat een half uur in bad en wordt uitgebreid ingezeept. Nadien wordt ze niet ingesmeerd met een neutrale vette zalf. Wel smeren haar ouders haar in met zinkzalf. De cetomacrogolcrème die u heeft voorgeschreven gebruiken ze niet. U beoordeelt het eczeem als ernstig eczeem.
2. Wat is uw volgende stap?
U ziet Annabel met haar ouders na twee weken weer terug op uw spreekuur. Ze zijn erg enthousiast, het eczeem is heel rustig geworden (eczeem grotendeels weg, kleine restlaesies). U beoordeelt het eczeem nu als mild eczeem. Ze krabt niet meer en slaapt ’s nachts door. Het hele gezin is ervan opgeknapt. De ouders zijn bezig met een afbouwschema en bevinden zich nu in week drie. Dit betekent drie ochtenden smeren met een dermatocorticosteroïd en elke avond smeren met vaselineparaffine. De vaselineparaffine bevalt goed, het smeert prettig en hiermee blijft de huid 24 uur lang vettig waardoor het niet schilfert. U informeert bij de ouders of ze nog de behoefte hebben om een andere neutrale vette zalf te proberen, daaraan hebben ze op dit moment geen behoefte. Ze vragen zich wel af of ze de hormooncrème mogen stoppen nu het zo goed gaat. Ze hebben de tubes meegenomen en u ziet dat beide tubes hormooncrème bijna op zijn. De ouders hebben in de juiste hoeveelheid gesmeerd (volgens de vingertopeenheid).
3. Wat wordt uw uitleg aan de ouders?
U gaat altijd door met de vaselineparaffine, ook als het goed gaat. Dit voorkomt nieuwe uitbraken van eczeem. U mag de vaselineparaffine zo vaak smeren als u wilt maar in ieder geval eenmaal daags en altijd na ieder badje. De hormooncrème kan beter langzaam afgebouwd worden om een terugval van eczeem te voorkomen, vandaar het afbouwschema. Maak dit schema daarom af ook al gaat het goed met de huid. U kunt aan het einde van het schema misschien helemaal stoppen met de hormooncrème. Gezien de eerdere forsheid van het eczeem bij Annabel kan het nodig zijn om langere tijd twee dagen per week te blijven smeren. Dit kan zonder enig probleem en wordt de onderhoudsbehandeling genoemd. Tweemaal per week smeert u de dan eventueel aanwezige plekjes of plekken waar het eczeem vaak terugkomt in.
Mocht het eczeem in de toekomst om wat voor reden dan ook plots weer heftig uitbreken dan pakt u het schema er weer bij en begint u van voor af aan. Mocht het u niet lukken om binnen twee weken het eczeem onder controle te krijgen dan zie ik u graag weer terug op mijn spreekuur.
Mevrouw Abels is 43 jaar en bezoekt na lange tijd weer uw spreekuur. Ze komt in verband met rugklachten en wil graag uw advies. U gaat in op haar rugklachten en geeft hiervoor advies. U raakt echter wat afgeleid door het toch wel forse eczeem op haar handen. U vraagt of ze behoudens de rugklachten het misschien ook nog over haar eczeem wil hebben. U benoemt dat het eczeem u opvalt en dat dit toch veel jeukklachten zal geven. Dat beaamt ze, maar ze is eraan gewend. Het eczeem blijkt niet alleen op haar handen te zitten maar ook bij haar ellenbogen, knieën en romp.
Bij navraag wat ze nu smeert raakt ze geïrriteerd. Ze smeert wel een neutrale vette zalf voor het slapen gaan, maar overdag smeert ze weinig. Alles plakt als ze heeft gesmeerd en bij haar werk als secretaresse kan ze met plakkerige handen het toetsenbord amper bedienen. Hormoonzalven, teerzalven, lichttherapie, ze heeft alles al geprobeerd. Via een academisch ziekenhuis heeft ze in het verleden al verschillende tabletten geprobeerd. Het hielp allemaal niet en ze wil het er eigenlijk ook niet meer over hebben. Het maakt haar moedeloos. Het laatste bezoek aan de dermatoloog was misschien wel tien jaar geleden. Zo af en toe smeert ze een week lang mometason als het echt hevig wordt.
1. Wat is uw volgende stap?
U legt uit dat ze een fors eczeem heeft waar ze misschien aan gewend is geraakt. Niettemin zal het veel hinder geven in het dagelijks leven, zoals ze zelf ook al beaamt. U stelt voor of het niet een idee is om toch nog eens naar de dermatoloog te gaan. Er zijn namelijk een nieuwe middelen voor de behandeling van eczeem beschikbaar, zoals dupilumab en baricitinib. Deze zouden mogelijk geschikt voor haar kunnen zijn. Het staat haar natuurlijk vrij om hier eerst eens over na te denken, ze kan hier altijd op terugkomen als ze dat zou willen. Ze heeft hier nu geen tijd voor en wil met haar rug aan de gang.
Na vier weken komt mevrouw Abels terug op uw spreekuur. De rugklachten zijn vrijwel over en ze bedankt u voor de adviezen. Ze komt eigenlijk omdat uw uitleg over nieuwe behandelopties (biologics en JAK remmers) haar aan het denken heeft gezet. Ze heeft haar partner er thuis over verteld. Die gaf aan dat ze ‘s nachts alleen maar ligt te krabben in bed, dat ze altijd moe is en dat ze deze behandelmogelijkheden toch eens verder zou moet onderzoeken. Kortom, ze wil naar de dermatoloog en hoopt dat die haar deze medicatie wil geven.
2. Wat is nu uw beleid?
U legt uit dat om in aanmerking te komen voor zo’n nieuwe behandeling zij zalftherapie geprobeerd moet hebben en gedurende vier maanden behandeld moet zijn met een oraal immuunsuppressivum. Als deze behandelingen onvoldoende effect hebben, komt ze in aanmerking voor een nieuwe behandeling zoals dupilumab en baricitinib. Aangezien ze dit allemaal geprobeerd heeft sluit u zeker niet uit dat ze een kandidate zou kunnen zijn voor zo’n behandeling. Het zou daarom zinvol kunnen zijn om inderdaad naar de dermatoloog te gaan om dit te bespreken. U schrijft een verwijsbrief voor de afdeling dermatologie in een ziekenhuis waar deze behandelingen kunnen worden gegeven (de meeste algemene ziekenhuizen, academische ziekenhuizen, maar niet in ZBCs).
Patiënte komt na vier maanden toevallig op uw spreekuur voor haar dochtertje. Ze vermeldt dat ze blij is dat u destijds over haar eczeem begonnen bent. Ze is gestart met dupilumab en het eczeem is binnen enkele weken aanzienlijk verbeterd. Ze heeft geen slaapproblemen meer ten gevolge van de jeuk. De behandeling met dupilumab wordt voortgezet bij de dermatoloog.
Meneer Paus is 45 jaar en komt op uw spreekuur. Hij is bekend met eczeem en heeft nu veel last van jeuk. Hij slaapt er slecht van, ligt veel te krabben en zelfs de mometason (klasse 3) helpt nu niet meer. Hij heeft last van eczeem in zijn knieholtes, zie figuur 7. Daarnaast heeft hij eczeem op zijn armen en zijn romp, gelukkig valt zijn gezicht nog mee. Is het wel eczeem? Waarom helpt het toch allemaal niet? Meneer Paus wil nú doorverwezen worden voor lichttherapie. Hij is zelfstandig ondernemer en wil zo snel mogelijk van zijn klachten af. De irritatie is voelbaar.
1. Wat is uw volgende stap?
U wilt meer weten en al vragend blijkt het volgende. Hij heeft verschillende zalven in huis, zowel triamcinolon als mometason. Hij gebruikt alleen nog mometason omdat dit het enige is dat nog een beetje helpt. Hij weet dat het een dunne huid kan geven dus smeert hij het zo dun mogelijk. Hij doet twee maanden met een tube van 30 gram. Hij smeert dit sinds drie maanden dagelijks. Hij kan er niet mee stoppen want anders wordt hij gek van de jeuk. Een vette zalf smeert hij niet, want dit plakt en zijn nette kleren kan hij dan wel weggooien. Hij doucht elke ochtend, en smeert nadien dus ook geen vette zalf. Hij doet zo’n twee tot drie keer per week ’s avonds aan fitness waarna hij nogmaals gaat douchen. Hij vindt het prettig om te douchen, hij heeft dan tijdelijk even geen jeuk. Om deze reden doucht hij graag lang, vaak tot 30 minuten met zeep en het liefst met heet water. Na het douchen heeft hij veel jeuk.
U bent te weten gekomen dat meneer Paus sinds drie maanden dagelijks mometason smeert. Met een tube van 30 gram doet hij twee maanden. Hij gebruikt geen indifferente crème of zalf. Hij doucht dagelijks zo’n 30 minuten, heet en met zeep. Driemaal per week doucht hij twee keer per dag.
2. Wat wordt uw advies en hoe legt u dit uit aan meneer Paus?
U begint met een uitleg over de voor- en nadelen van lichttherapie. Daarna vertelt u hem over uw beleid. Uw beleid bestaat ten eerste uit een volledige uitleg over eczeem en de verstoorde barrièrefunctie. Vervolgens geeft u hem douche-adviezen: zeepgebruik minimaliseren, kort, niet zo heet douchen en nadien een vette zalf gebruiken. Tot slot legt u het gebruik van hormooncrème uit, het smeren in de juiste hoeveelheden (vingertopeenheid) en volgens het afbouwschema. Meneer is al snel overtuigd en wil graag starten met smeren om te zien of dit gaat helpen. Mocht dat niet zo zijn dan heeft u een vervolgafspraak over twee weken.
3. Welke recepten schrijft u voor?
Na twee weken komt meneer Paus weer op uw spreekuur. Hij is blij verrast, het eczeem is veel rustiger met een mildere hormooncrème. De tubes zijn bijna op. U schrijft herhaalrecepten uit en benadrukt nogmaals dat hij het smeerschema moet afmaken. Gezien de forsheid van zijn eczeem raadt u hem aan door te gaan met tweemaal per week de hormooncrème te smeren en daarnaast natuurlijk dagelijks de indifferente zalf. Zijn voorkeur gaat uit naar koelzalf. Voorlopig heeft hij geen behoefte meer aan lichttherapie.