Inhoudsopgave
Publicatie inhoud

Veneuze trombo-embolie in de eerste lijn

Vanaf 2008 zijn de Direct-werkende Orale AntiCoagulantia (DOAC’s) geïntroduceerd. Het NHG-Standpunt Anticoagulantia acht cumarinederivaten en DOAC’s gelijkwaardig bij de behandeling van niet-valvulair atriumfibrilleren en een eerste diepe veneuze trombose. In de richtlijnen voor medisch specialisten zijn de DOAC’s preferent.

Samenvatting

Het doel van dit artikel is om de begeleiding vanuit de eerste lijn van patiënten met veneuze trombo-embolie (VTE) te optimaliseren. De NHG-Standaard Diepe veneuze trombose en longembolie stelt duidelijke verwijs-, behandel- en contra-indicaties en geldt als leidraad voor dit artikel. Door de nadruk te leggen op de zorg rond het initiëren van anticoagulantia kan extra aandacht worden besteed aan de benodigde praktijkorganisatie binnen de eerste lijn. Tevens komen vanuit dit perspectief de verschillen met atriumfibrilleren in het doseerbeleid van met name DOAC’s naar voren. Ten slotte wordt aan de hand van casuïstiek de samenwerking met verschillende disciplines en enkele praktische problemen behandeld. Een andere benaming voor DOAC is NOAC. Dit acroniem staat zowel voor Nieuwe Orale AntiCoagulantia als voor Niet-vitamine K-antagonist Orale AntiCoagulantia.